Afkortingen:
  R = rechts                              A  = allemaal                                        H  = heer
  L = links                                  dh = danshouding                               D  = dame
Rh = rechterhand                 Buv = buitenvoet vrij,                         gew = gewoon
Lh  = linkerhand                     Bih = binnenhand vast                      gesl = gesloten
 Lv  = linkervoet                       Rv = rechtervoet

Blok I, Algemeen
 

1.  Schotse Wals:  A ® Buv + Bih, dh = gew
opkomen en indraaien naar opstelling voor Op ‘e Nijsted
Paar 1 maakt één hele ronde en draait dán in,
tegelijkertijd met paar 1 draait paar 5 in!
Beide paren gaan achteruit terug in de kring!
Paren die ‘over’ zijn walsen naar plaats naast de muziek!

2.  Op ‘e Nijsted: A® Buv + Bih, dh = gesl
Bij optreden alleen viertallen!
Paren die ‘over’ zijn staan naast de muziek!
Let op: Afgroeten partner/vierkant = tegelijkertijd terug naar kring,
              dán afgroeten naar buiten


3.  Maitiidsdûns: A® Rv, dh = kiekeboe
Bij afroep voegen ‘rust’paren zich weer in kring
Let op: “strak” wiebertjesfiguur !

 

4.  Hakketone: A® Buv, dh = heup, schouder
Let op: A = stampjes maken!

 

5.  De Molen: H ® Rv, dh = Lh in zij, duim omhoog, R-arm om middel D
                             D
® Lv, dh = Rh om duim H, L-arm op schouder H
 

Bij afspraak grote molen:  A® H met gestrekte armen, Lh op L-schouder voorgaande H
                                                         D aan gestrekte arm H, met R-arm zwaaien

Bij afspraak kleine molen: A® H met gestrekte arm, Lh op pols voorgaande H,
                                                         D aan gestrekte arm H, met R-arm zwaaien en bij “laat”
                                                            arm naar buiten

                                                         Let op: Polka in kleine kring dansen!

Polka naar afgroeten in rijopstelling: A ® H over L-schouder D kijken
Daarna ‘lopend’ af op muziek van ‘De Molen’.

 

Afkortingen:
 R = rechts                  A  = allemaal  
                  vl  = vlaggenstok-arm      tg dr = tegen dansrichting
  L = links                   dh = danshouding             D  = dame                       in dr = in dansrichting
Rh = rechterhand   Buv = buitenvoet vrij,         H  = heer                      t.o.e. = tegenover elkaar 
Lh = linkerhand      Bih = binnenhand vast    gesl = gesloten                    
p1   = paar 1
Lv  = linkervoet            Rv = rechtervoet             gew = gewoon               con ptr = contrapartner               

 Blok II, Feest en Partner

1.  Riis mei Rezinen: A ® Buv + Bih, dh = gew
opkomen, lopend (meters maken !)
Let op:  a. begin dans is hoorbaar in de muziek
               b. bij laatste figuur van 2e keer: dh = 2 handen vast
                                                                          D onder R-arm H door = wissel van plaats
                                                                           herhaal tg dr


2.  Waltz Contra: A® Buv + Bih, dan op muziek: start Rh  met con ptr
Opstelling: p1 draait om ® golf: 2p t.o.e.
Let op: a. Rh, Lh, Rh, Lh, vlot loslaten
              b. opschuiven in richting van beginopstelling

3.  Hopsa: A ® Buv, dh = gesl
Let op: a. H ook stampen
              b. Show!

4.  Hakkenskots: A ® Lv, dh = kiekeboe
Let op: alleen de even-paren in de kring draaien in 2e k.dans om

5.  Brulloftswals: A ® Buv + Bih, dh = gew
Let op: 1e keer D onder R-arm H door en terug
              2e keer D onder Vl H door en terug
              Beide keren komt H terug op de kringlijn!


6.  Schotse Wals: A® Buv + Bih, dh = gew
af tot rij en groet, met ‘Schotse Wals’ af


Afkortingen:
  R = rechts                  A  = allemaal                         H  = heer                     
Rv = rechtervoet
  L = links                    dh = danshouding                 D  = dame                
    Lv = linkervoet
Rh = rechterhand     Buv = buitenvoet vrij,         gew = gewoon          t.o.e. = tegenover elkaar   
Lh = linkerhand        Bih = binnenhand vast       gesl = gesloten           zijw = zijwaarts
fig = figuur                    vl  = vlaggenstok-arm          p1   = paar 1                  rug  = ruggelings   


Blok III, Fryslân

 

1.  Swetteskots: A ® Lv + Bih, dh = heup/schouder én gesl
Opkomen, meters maken.
Let op: a. 1e fig  schuine wisselpas, vooral vóóruit!
              b. laatste fig = D schuift achterwaarts naar buiten!
 

2.  Simmermoarn: A® Rv, dh = gew
kringopstelling
                    
- overgang -
Walsrunte:
H = Lv, D = Rv, dh = gew
kringopstelling


3.  Jasker: A® Buv + Bih, dh = gew
Opstellen in 2 paren t.o.e., p1 draait en dan golf….
Let op: a. wieken molen = armen recht
              b. ‘strak’ in D-rug, H-rug, D-rug, H-rug en weg
              c. houd ruimtelijk verband met andere molens

4.  Turfstekkerspolka: A® Buv + Bih, dh = gew

5.  Wals van de Griffioen: A® Buv, dh = gew
beginnen bij figuur C: D om H in 4 walspassen
Let op: H® arm gestrekt, D® arm in V-vorm

6.      Fryske Wals: A ® Lv, kringopstelling, dh = gew
helemaal + 1x kring-deel, walsend af tot rij en groet
lopend af met ‘Feintsje van Menaam
Let op: a. in kring L stap achterwaarts
              b. houd hert wijd !